Voetpad 69
8483 JR Scherpenzeel
+31629154124
titi.nl
Disciplines:
houtsnede, linosnede, zeefdruk, overig: tekeningen, beelden, textiel, gemengde techniek, poëzie, kunstenaarsboeken
Wat ik maak:
Ik ben al mijn hele werkzame leven kunstenaar, ik ben beeldend kunstenaar, dichter en performer. Ik maak o.a. tekeningen, lino’s, kunstenaarsboeken en objecten.
Ik schrijf gedichten en doe performances.
Mijn werk is altijd figuratief. Ik gebruik duidelijke vormen en heldere kleuren. Eenvoud is een sleutelwoord. Met franjes.
Ik werk figuratief.
Het is de mens die mij in beweging brengt, met emoties en gedrag dat mij ontroert of afstoot. Het gaat mij om de mens, het innerlijk en de verhouding tot zichzelf en de wereld. Ik maak vooral mensfiguren maar ook dieren, en mijn dieren portretteer ik alsof het menselijke personages zijn.
Ik leg mezelf geen beperkingen op in materiaal of techniek.
Ik maak veel tekeningen op papier, ook gecombineerd met toegevoegde materialen, collage, naaiwerk, prikwerk en veel lino’s in alle formaten. In mijn kunstenaarsboeken combineer ik tekst en beeld.
In mijn objecten en installaties gebruik ik vaak textiel.
Ik ben gefascineerd geraakt door gebruikskunst in de vorm van klederdrachten en werkkleding, ik vind het boeiend om te zien hoe motieven en vormen in verschillende landstreken van elkaar verschillen en gelijkenissen vertonen. Hoe er vaste patronen zijn maar hoe er toch ook vrijheid is in de vorm. Ik vind het boeiend om te zien hoe, vaak in hardwerkende gemeenschappen veel aandacht werd besteed aan bonte figuren en patronen. Als tegenhanger van de uitbundige buitenkant trekt mij ook ondergoed, als symbool voor kwetsbaarheid en gelijkheid.
Reflectie:
Mijn werk gaat over de grote emoties in het kleine leven. Mijn figuren zijn de uiterlijkheden voorbij. Ze hebben iets meegemaakt. Melancholie hoort bij ze. Ze onderkennen hun eigen existentiële eenzaamheid. Alleen door introspectie en zelfkennis is groei mogelijk.
Het tonen van wat waarachtig is kan raken en verandering bewerkstelligen:
Ik wil de schoonheid en de grootsheid van het naakte zelf tonen.
Relativering is wat het leven dragelijk maakt. Humor is daar een manier voor.
Ik zoek naar mogelijkheden binnen en buiten de kaders, kiezen is geen beperking maar vrijheid.
In mijn werk zoek ik naar de combinatie van luchtigheid en inhoud.
Daarom is klederdracht voor mij ook zo interessant. Aan de ene kant symbool van keurslijf en van de opgedrongen rol met aan de andere kant symbool van verbinding en saamhorigheid en daarbij versiersels, communicatiemiddel en eigenheid.
En daarom is volkskunst, zoals veel voorhanden in IJsland een mooie inspiratiebron.
Vroeger is niet voorbij of waar ik nu mee bezig ben:
In de zomer van 2018 presenteerde ik mijn tentoonstelling met de titel Visvrouwen en kabeljauw.
Deze bestond uit uiteenlopend werk met verschillende materialen.
Grote gebruikte zeekaarten inspireerden mij tot een serie vismannen. Met zwarte inkt drukte ik de figuren van vismensen, in aanbidding dan wel gevangen in een vissenlijf op de kaarten.
De waterkaarten vertonen de sporen van de vorige gebruikers. Het verleden is voelbaar. Onderliggend thema is (de strijd om) het bestaan, het harde werken, werk dat een passie kan zijn tegelijk een noodzaak of een gevangenis.
Andere kaarten van mindere kwaliteit gaf ik een nieuw leven door ze tot leporello’s te snijden waarin de prachtige vormgeving van de eeuwenoude kaarten tot haar recht komt. De enige toevoegingen die ik deed zijn opgeplakte bootjes en trekkertjes geknipt uit zwart papier.
Van koperdraad haakte ik vissen die in een zwerm door de ruimte zwemmen.
Visserstruien waren de aanleiding voor een serie slappe lijven. Ik knipte lichamen uit handgebreide truien en gaf ze achterkanten van oude (klederdracht)stoffen. De truien waren niet nieuw maar al gedragen en afgedankt. Met genaaide lijnen gaf ik de lichamen een gezicht en meer vorm.
Ik maakte ook veel getekende portretten van vissersvrouwen. Ik tekende de vrouwen met potlood, krijt of Oost-Indische inkt, kleurde ze wel of niet in en voegde soms met naald en draad vissen toe, letterlijk meer tactiel. Direct in het oog springt de blik, de kracht of kwetsbaarheid van de vrouwen. Doordat ik voor mijn portretten vaak oude foto’s gebruik kwam zo ook mijn focus op klederdracht en ik maakte verschillende series waarin klederdracht mijn uitgangspunt was.
Van de historische vrouw in klederdracht verschoof mijn aandacht meer naar de vrouw in het heden. Mijn vrouwen zijn frivool, ingetogen of zorgelijk, ieder heeft haar eigen uitstraling. Moderne vrouwen zijn het, maar wel in klederdracht.
Ik onderzoek hoe de uitstraling van de vrouw overeind blijft terwijl ik haar aankleed in exotische dracht.
En door me te verdiepen in klederdracht en de verschillende vormen over de wereld kan ik niet om de betekenis heen die klederdracht ook heeft: het kan een symbool zijn van keurslijf en dwang van de opgedrongen rol, aan de andere kant is het ook een symbool van saamhorigheid en verbinding en het is een middel om te communiceren en om verschil te maken, om eigenheid te tonen.
Ik hussel naar believen verschillende drachten van over de wereld door elkaar en bedenk alle soorten fantasiemutsen. Ik maak een nieuwe dracht voor iedereen.
En aan de waslijn hangt de witte was te drogen in de wind.
De waslijn, als symbool van menselijke arbeid, zweet, tranen en de strijd om het bestaan. Mijn witte ondergoed van jaren her met de geborduurde lijven.
Ik gebruikte geen nieuwe hemden en broeken maar gedragen exemplaren, soms zelfs zo dat de gaten er in zijn gevallen.
Schoongewassen maar een afdruk van de bezwete lichamen van de harde werkers is achtergebleven in het witte katoen, het zweet des aanschijns, door mij geborduurd met zwarte wol, de energie vastgelegd.
Ondergoed staat symbool voor kwetsbaarheid. Maar juist in ondergoed toon ik de kracht.
Als tegenwicht tegen de kleurrijke klederdrachten wil ik met ondergoed gaan werken. Onder de bewust gekozen buitenkant, de identiteit van de bovenkleding wil ik de kwetsbaarheid van het ware ik neerzetten.
In mijn serie boeken zonder oplage experimenteer ik met (heel) oud gevonden materiaal in combinatie met verschillende papiersoorten, nieuwe tekeningen en andere toevoegingen. Ik speel met onderwerpen zoals ondergoed en vis maar laat me alle kanten op gaan in mijn associaties en reacties op het overgeleverde materiaal.
Ik schep in deze unica kleine werelden: ik tekende interieurs op behangsnippers uit de huizen waar ik ooit woonde, ontwierp papieren jurken met knipsels uit de nagelaten patronenbladen van mijn grootmoeder. Maar ook oude etiketjes, kaftpapier en restjes bindgaren geef ik een nieuw leven.